|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
29 september om 21:43 |
|
GrootSneek
Feul ferhalen en interviews dy’t ik skriëf komme in de útgaven fan GrootMedia ňftewel de Groot-kranten. Foar GrootSneek skreef ik onderstaand interview in’e fact-to-face rúbryk. Ik fyn dat prachtech om te doën. Hierbij dan. Laura Keizer maakte de foto.
Face to Face: Het lange rijke leven van Georgius Hetto de Vries uit Sneek
Op 21 september 2024 vierde Georgius Hetto (George) de Vries z’n 85ste verjaardag. Kort daarvoor zaten we face to face bij hem aan tafel, dronken koffie met wat lekkers en luisterden naar zijn levensverhaal. Hier volgt het relaas van een op en top Sneker (”Ja, ik bin un jonge út ’e Sneker binnenstad, dy’t Snekers praatte fan ‘wat wúst en wat súst’”) die al jarenlang in Ysbrechtum woont.
Geboren op 21 september 1939 in Sneek, vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog weet George de Vries zich nog te herinneren hoe de Duitse bezetter in 1945 de stad weer verliet. Zonder erover na te hoeven denken dreunt de 85-jarige oud-directeur van Drukkerij De Vries in Sneek de regels uit het liedje op die hij met andere Sneker jongens zong bij de aftocht van de Duitsers: “A B C D E F G / Weg met de Moffen en de NSB / Moeder, laat die Moffen stikken, anders hebben we niks te bikken.” Andere herinneringen aan de oorlog zijn de Joodse man die bij de familie De Vries zat ondergedoken; en het in brand steken van het Waaggebouw, hemelsbreed dicht bij het ouderlijk huis. De Waag, waar hij met andere kinderen uit de binnenstad verstoppertje speelde.
Een echt rooms-katholiek gezin
De ouders van George waren Jacobus Gerardus de Vries en Joanna Nagengast, die een boekdrukkerij hadden aan de Oude Koemarkt nummer 12 en waar het gezin boven de zaak woonde. Daar werd George als het tweede kind in het gezin geboren. Broer Gerardus Jacobus ging hem voor en na George kwamen Jacobus Gerardus (Sjack), Peter en tot slot volgde Johanna (Hannie) die het vijftal kinderen compleet maakte. “Een echt rooms-katholiek gezin”, volgens George de Vries.
“Er werd voor en na het eten gebeden”, vertelt George de Vries over zijn jeugd. “En we werden verplicht om naar kerk te gaan, niet alleen op zondag maar ook door de week. De mis begon om halfacht en duurde een halfuurtje. Ik vond dat best wel aardig, want al mijn klasgenoten van de RK Thomas van Aquinoschool zaten er. Als er op dinsdag markt op het Grootzand was, dan ging ik daar ook wel eens naartoe, in plaats van naar de kerk. Als we thuiskwamen, moesten we altijd vertellen wie de mis had gedaan. We hadden dan wel even snel om het hoekje gekeken wie de mis had opdragen. Ik voel mij nog altijd thuis in de kerk. Volgend jaar ben ik vijftig jaar lid van het College van Collectanten.”
“Dou seist dy skoal mar ou”
Na twee jaar op de RK ulo in Sneek gaat George als 14-jarige jongen naar de Bisschoppelijke Nijverheidsschool in Voorhout aan de Leidsevaart (Zuid-Holland). Daar volgt hij een technische opleiding, maar na drie jaar wil de drukkerszoon wel naar de hts in Leeuwarden. Echter, het wordt 21 maanden militaire dienstplicht bij de Verbindingsdienst. Na het voltooien van de dienstplicht wil de afgezwaaide militair alsnog naar de hts in de Friese hoofdstad. De vader van George heeft echter een plaatsje voor zijn tweede zoon in de zaak.
George: “Mijn vader zei op een gegeven moment: ‘Seun, dou seist dy skoal mar ou. Dou bliëfst hier en dou krijst der un tientsje in’e week bij. En su doën we ut’.” Het blijkt een schot in de roos, George voelt zich letterlijk en figuurlijk thuis in de drukkerij. “Zo goedkoop mogelijk inkopen en zo duur mogelijk verkopen, dat vond ik mooi. Berekeningen maken, de technische zaken, het sprak mij aan. Als er een nieuwe machine binnenkwam mocht ik de boel aansluiten en mensen die er mee gingen werken instrueren.”
“Ik hou fan opskiëten”
Even terug naar de oorlogsjaren: in januari 1945 moeten families uit Midden-Limburg (Roermond en omgeving) vanwege de veiligheid worden geëvacueerd naar het noorden van het land. Vanuit Leeuwarden worden de Limburgse gezinnen verspreid over Friesland en ondergebracht bij - indien mogelijk - katholieke gezinnen. Zo ook de familie Spee die onderdak krijgt bij aannemer Dominicus Ringnalda in Sneek. Daar wordt begin 1945 Joanna Dominica Spee geboren...
Zo’n twintig jaar later komt George H. de Vries dát in Friesland geboren Limburgse meisje tegen. Hij wist het meteen. “Ik zie ze nóg binnenkomen. Ik dacht: ‘Wat een mooie dame. Dát is ze’. Prachtig. Donker haar. Bruin. Die moet ik hebben. Een half jaar later waren we getrouwd. Ik hou fan opskieten. Ik heb dus nooit verkering gehad. Zij was 21 jaar.” Ze trouwen in 1967, in Roermond. “We hebben drie kinderen gekregen. De oudste heet Kathy, dan zoon Ivo en de derde is Nancy.”
Der fol teugenan
Als in 1975 de vader van George overlijdt komt hij zelf aan het roer te staan van het familiebedrijf dat een jaar eerder het predicaat Hofleverancier heeft gekregen. We beseffen dat we het familiebedrijf te kort doen, maar gaan toch in zevenmijlslaarzen door de veelbewogen geschiedenis van Drukkerij De Vries. Het heeft een groot deel van George z’n leven bepaald heeft, dat is wel duidelijk.
“In 1979 verhuisden we naar een nieuw bedrijfspand aan de Lorentzstraat. Ik ging er na het overlijden van mijn vader ‘fol goeie moed teugenan’. In 1983 namen we de allereerste zeskleurenpers in Nederland in gebruik. De supermarktverpakkingen werden steeds belangrijker en we zijn toen als drukkerij helemaal op verpakkingen overgegaan. Ons bedrijf was de eerste die op de verpakkingen de streepjescode introduceerde. Dat was de EAN, de Europese Artikel Nummering, Zo’n ogenschijnlijk simpel lijnenspel op de verpakkingen zorgde voor een revolutie in de detailhandel. Geen gemier meer met prijsstickertjes en de voorraad kon veel gemakkelijker worden bijgehouden.
Albert Heijn begon ermee, ik heb er toen nog persoonlijk met Albert Heijn over gesproken. Het was hard werken. Ik was bijna 24 uur per dag bezig met het bedrijf, ik was er constant mee bezig. Toen het succes kwam, begon ik het uiteraard ook mooi te vinden. Mijn broers Gerard en Peter werkten ook in het bedrijf.”
In 1997 verkoopt George het familiebedrijf aan Jan Streppel, die het in 2018 op zijn beurt weer over doet aan de huidige eigenaar FB Oranjewoud. Sinds 2016 mag de drukkerij zich ‘Koninklijk’ noemen.
Enorme klap
Zoals in ieder mensenleven zijn er hoogte- en dieptepunten, dat geldt ook voor George, als in 1995 volkomen onverwacht zijn vrouw Joanna overlijdt op vijftigjarige leeftijd.
“De dag dat ze overleed voelde Joanna zich niet lekker. We hebben contact met de huisarts gezocht, maar die stelde ons gerust. Binnen twee dagen zou ze wel weer opknappen. Maar nog diezelfde nacht stierf ze letterlijk in mijn armen. Achteraf hebben we gehoord dat de oorzaak van haar plotseling overlijden een ontstoken hartspier is geweest. Ja, niet te geloven, toch, zo jong? Twee jaar later heb ik de drukkerij verkocht; het hoefde niet meer voor mij. Officieel ben ik op 1 januari 1998 met mijn werk opgehouden.
George wordt op handen gedragen door z’n kinderen!
Het huis waar ik nu nog altijd woon in Ysbrechtum heb ik samen met een architect en Joanna ontwikkeld. Vier maanden voor de oplevering kwam ze te overlijden. Ze heeft hier helaas nooit mogen wonen op deze mooie plek. Joanna heeft het hele huis gezien, maar de afwerking en de aangelegde tuin dus niet. Op de gevel van ons huis staat in sierlijke letters ‘Cicero’. Het is een typografische naam en refereert naar de grafische industrie.”
‘Scharrelwedstrijd’ op de golfclub
Na het overlijden van z’n vrouw komt dochterlief Nancy uit Utrecht met haar gezin een jaar bij haar vader wonen. Het leven na de onverwachte dood van Joanna gaat verder. Na zijn afscheid van het bedrijfsleven is de oud-directeur nog volop actief als bestuurder van onder andere een volleybalclub, de Rotary, een biljartclub en niet te vergeten bij golfclub Lauswolt in Beetsterzwaag. Golfen is George z’n grote passie. Vele golfbanen ‘in binnen- en buitenland’ worden bezocht met golfvrienden. De grootste handicap bij het golfen is een lichamelijke, in het geval van George. “Ik heb last van mijn schouder. Funest voor een golfer. Maar ik ga nog elke maandag naar de golfbaan met onze club met de toepasselijke naam ‘Zilvergrijs’. De oudste is inmiddels 94 jaar.” In 2004 komt George op de golfclub van Lauswolt Lien Geertje tegen. Dat gebeurde bij de ‘scharrelwedstrijden’, waar heren een vrouw mogen vragen om een partijtje te komen golfen of net andersom. Lien nodigde George uit om met haar te spelen.
“Ik was nog niet zo lang lid van de golfclub”, vertelt Lien. “Mijn golfleraar adviseerde mij toen dat ik maar eens met een ‘kerel’ moest spelen. Hij vond dat geteut met al die dames maar niets. Die ‘kerel’ werd dus George.” Het wederzijds respect was groot, tot op de dag van vandaag. “We werden een ‘living apart together’ stel. Inderdaad we latten”, gaat George verder. “Maar voor het zover kwam moest ik door de keuring van de Collectanten”, lacht Lien.
Hoe kijkt George H. de Vries op z’n 85-jarige leven terug?
“Tevreden, als het over mijn werkzaamheden gaat, maar nog altijd heel verdrietig dat ik mijn vrouw op vijftigjarige leeftijd moest verliezen. Ik vond dat vreselijk. Maar verder heb ik niets te mopperen en ik ben erg blij met Lien. Zij heeft ook drie kinderen in de leeftijd van míjn kinderen en dat voelt allemaal heel prettig. Ik ben ontzettend blij met de kinderen, ze kunnen zich allemaal uitstekend redden. Ik ben opa van vier kleinkinderen, van de beide dochters.”
Lien heeft wat dit betreft het laatste woord: “George wordt op handen gedragen door z’n kinderen!”
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|