dagboek > overzicht
Dagboek mei 2019Bekiek hele maand 
 
23 mei om 17:40
 
Jappy





Twee weken leden had ik un interview met Jappy Jongsma foar GrootSneek. Hierbij nňch us dat ferhaal. Laura Keizer maakte de foto.

Jappy Jongsma: “Ik hew gyn poat mear om op te staan…”

Wie kent hem niet? De man zonder benen in zijn opvallende scootmobiel met als vaste stek op de hoek van de Maria Louisestraat en de drukke Oppenhuizerweg. GrootSneek ging op onderzoek uit! Wie is hij werkelijk? Waar woont hij? Hij is toch zeker meer dan alleen ‘de man zonder benen’? Zijn naam? Jacob Jongsma! “En se noeme mij Jappy, en ik woan in ut Wumkeshús, dęr must mar even del komme!” Het is duidelijk Jappy is een rasechte Sneker, geen twijfel mogelijk. “Geboaren en getogen kanst wel sęge. Ik praat ok altyd Snekers.” Dat is dus duidelijk.

Goed beschouwd heeft Jappy in de afgelopen jaren een rondje Sneek gemaakt. Geboren aan het Somerrak verhuisde hij met zijn ouders naar de Stienklip, om vervolgens een groot gedeelte van zijn jeugd door te brengen in de Eeltje Halbertsmastraat, in de Noorderhoek, die op latere leeftijd ingeruild wordt voor Tinga, aan de Monnikmolen. Daar woonde hij als vrijgezel bij zijn ouders. Sinds drie jaar woont hij weer vlak bij z’n geboortegrond aan het Somerrak, in het Wumkeshűs aan de Maria Louisestraat. Daar in zijn kamer vertelt Jappy zijn levensverhaal over ‘un gewoane Sneker jonge’. In korte zinnen, zonder omhaal van woorden.

Ik bin nyt su bysňnder hoar

“Ik bin su’k bin. Ik bin helemaal nyt su bysňnder hoar. Ik wurdde op negen negen ’48 geboaren. Op negen september 1948 dus. Myn fader Rinke werkte bij de gemeente. Hij liep achter de aswagen. De tonnewagen het y ok wel deen. Fan alles en nňch wat je. Myn moeke hite Betsy. Ik was de jongste. Toen ik geboaren wurdde was myn oudste broer der nňch. Herman was nňch mar twaalf jaar toen is y overleden. Hij had un hersentúmňr. De broer dy’t boven mij is leeft nňch. Hij woant nou in Bňlsert. Offisieel hyt hij Cathrinus Jan, mar we noeme um gewoan Riny.”

“Dat we in ut Somerrak woanden, weet ik niks mear fan. Ik was nňch mar goëd un jaar, toen binne we naar de Stienklip gaan. We hewwe ongefear tien jaar op’e Klip woand en toen ferhúsden we naar de Noarderhoek. In de Eeltsje Halbertsmastraat waren wel mear lui dy’t froeger an ut Somerrak woand hadden.

Omdat Jappy in de Steenklip woont, gaat hij naar de Looxmaschool. Hij is niet wat Snekers dan ‘un learder’ noemen. Na de lagere probeert Jappy het op de Ambachtsschool, ook al in de buurt, om het schildersvak te leren. Het wordt geen succes en volgens eigen zeggen is hij in principe ‘gewoan fan skoal skopt, na trammelant met un learaar’. Nadat Jappy twee jaar bij Tonnema aan het werk is geweest gaat hij naar Holvrieka in Sneek als plaatknipper. Daar bij Holvrieka heeft hij het prima naar de zin, getuige het 39 en een half jaar dienstverband. “Ik bin der noait met teugensin heen gaan!”

Yvonne

“Ik bin myn hele leven un frije jonge weest. Noait ferkearing had, tňt ik hier in ut Wumkeshús terechtkwam. Dat is nou goëd 3 jaar teruch, in jannewary 2016. Yvonne en ik kwamen hier ongefear tegelyk. In’e somer fan 2016 binne we an mekaar komen, dus aansens 3 jaar. Je binne hier allienech. Dou machst ut gerust wete, de earste 14 dagen dat ik hier sat deed ik niks anders as floeke, skelle en raze. Ik moest omskakele en dat fiel in ut begin nyt met. Sinds ik met Yvonne bin, is ut wel rusteger wurden.”

Dat Jappy op relatief jonge leeftijd al in het verzorgingshuis aan de Maria Louisestraat woont, heeft alles te maken met zijn suikerziekte. Als gevolg van deze nare ziekte moesten de benen van Jappy in 2015 noodgedwongen worden geamputeerd. Eerst het linker been en korte tijd daarna ook het andere been. Een ingreep met grote gevolgen. De Sneker herinnert zich nog goed het drama dat er aan vooraf ging. Vijf dagen lag hij hulpeloos in huis nadat hij gevallen was. Niet in staat om het alarmnummer 112 te bellen, omdat zijn beltegoed op was. Jappy leefde vijf dagen op water uit het fonteintje op de WC. Kon geen kant uit. Zat op de grond en kon onmogelijk overeind komen. Nadat hij gevonden was door een buurman, belandde Jappy in het ziekenhuis om uiteindelijk geopereerd te worden. Een lange weg van revalidatie volgde, in de Ielânen.

Je mutte der wat fan make

“Foardat de benen der ou gingen bin ik der wel naar toeleefd. Ik bin nňch blij dat de operasy onder de knibbels kon. Toen ik in de Ielânen was sei ik teugen un suster dy’t naar mij sach. ‘Ja kyn, Jappy het gyn poat mear om op te staan’. Toen moest se lache en ik ok. Nňrmaal gesproken had ik hier nyt mear sitten. Mar je mutte der tňch wat fan make in ut leven? Je kanne wel bij de pakken near gaan sitten mar dęr bin ik gyn figuur foar. Echt je mutte der self wat fan make!”

Dat doet de zeventig jarige Sneker ondertussen. Hij gaat regelmatig de stad in om te koffiedrinken en boodschappen doen, zo nu en dan eens een warm Lekkerbekje of ander visje halen vindt hij ook fijn. Action is ook een favoriete winkel van de goedgemutste Jappy. Z’n hele kamer hangt vol met echte Action Kunst! En miniatuur voertuigen, zelfs een hele vitrine vol, omdat Jappy van ‘autootsjes en su’ houdt. Een hond en kikker ontbreken niet in zijn overvolle kamer. Ook bij de Action vandaan. Verplegend personeel hangt de spulletjes voor Jappy op. “Mar wat ik self doën kan, dat doën ik self. Anders sjatter ik even een om te helpen! Dat is wel ut groatste ferskil met froeger. Toen was ik noait ouhanklek fan un ander. Dat is nou anders.”

Veel Snekers zien Jappy in zijn scootmobiel zitten op zijn vaste stek Oppenhuizerweg/Maria Louisestraat, waar hij graag een praatje maakt met de voorbijgangers. “Een ding mut mij wel even fan ut hart. Ik fyn dat de stoepen der in Sneek nyt su moai bij lęge. Dat merk ik nou sinds ik in myn scootmobyl sit. Ik stuiter soms alle kanten út! Ferder hew ik niks te klagen! Ynonne en ik hewwe ut goëd in ut Wumkeshús!”

Even later komt Yvonne de kamer van Jappy binnen gelopen en vertelt nog maar eens wat voor lieve man hij is. Volkomen met haar eens!