|
|
1 mei om 13:54 |
|
Ut is fandaach de Dag van de Arbeid. Ik hew dęrom fanmňrren ok mar eventsjes goëd an ut werk weest. Twee interviews útwerkt en op de mail deen. Fanmiddach nňch un interview ouskriëve. Ut is fandaach ok de geboartedach fan Mr. G.B.J. Hilterman las ik op un internetsite. Ik skreef oait un fers over de slissende Mr. Gee Bee Jee. Staat op de Smedes-kalender. Un ander fers dat met dizze dach te maken het skreef ik al feul earder:
Broeders en susters
nyt alle kristleken kwamen bij oans fader in ’e winkel
de herfňrmden boadskapten bij Titus Dykstra de griffermearden hadden bij oans de loop trouwens allienech mar om un poan súker wat fergeten gasmunten en avňns achterom
fine dominees hew ik noait foar oans toanbank siën
nee, de Roaien -‘skriëf ut mar met un hoofdletter’- hewwe oans der deurheen sleept
miskyn fluit ik dęrom su nou en dan de Internasjonale wel
Eén dy't de Internationale fast nyt singe sal is de Sneker wethouwer Jan Bargboer ( CU/CDA ). Mar Jan het wear andere kwaliteiten, hij fertoant syn keunstjes bij Nieuws TV, in un grappech filmke. Moaie pee er foar de stad Bargboer!
Foar wie de Internationale tňch eventsjes metsinge wil, hier de folgende tekst:
Nederlandse versie van de Internationale (vertaling Henriëtte Roland Holst)
Ontwaakt, verworpenen der aarde!
Ontwaakt, verdoemde in hongers sfeer!
Reedlijk willen stroomt over de aarde
En die stroom rijst al meer en meer.
Sterft, gij oude vormen en gedachten!
Slaafgeboornen,ontwaakt,ontwaakt!
De wereld steunt op nieuwe krachten,
Begeerte heeft ons aangeraakt!
refrein:
Makkers, ten laatste male,
Tot den strijd ons geschaard,
en D'Internationale
Zal morgen heersen op aard.
De staat verdrukt, de wet is loochen,
De rijkaard leeft zelfzuchtig voort;
Tot 't merg en been wordt d' arme uitgezogen
En zijn recht is een ijdel woord
Wij zijn het moe naar andrer wil te leven;
Broeders hoort hoe gelijkheid spreekt:
Geen recht, waar plicht is opgeheven,
Geen plicht, leert zij, waar recht ontbreekt.
De heerschers door duivelse listen
Bedwelmen ons met bloedigen damp.
Broeders, strijdt niet meer voor andrer twisten,
Breekt de rijen! Hier is uw kamp!
Gij die ons tot helden wilt maken,
O, barbaren, denkt wat ge doet;
Wij hebben waap'nen hen te raken,
Die dorstig schijnen naar ons bloed.
|
|