|
|
18 september om 11:05 |
|
Fandaach un jaar later
De Blauwe Engel
' Su sitte je op’e fyts en su lęge je in ut Sint Antonius! ' Met die oneliner open ik mijn blog van 21 september 2013. Het is drie dagen na mijn opname in het ziekenhuis. Aardig poëtisch, maar er is geen zak aan als je geveld wordt door hartproblemen. Het gekke is dat ik het wist dat hartfalen mij vroeg of laat zou overkomen. Familiair bepaald.
Er staat amper wind als ik op de bewuste woensdagmiddag, om even voor vier uur uit school over het Plevierenpad naar huis fiets. De eerste kleurige bladeren dwarrelen naar beneden, ik ruik de herfst. Midden op het fietspad stap ik af om een foto te nemen van de verbouw van de Piet Bakkerschool. Een legitieme uitvlucht omdat ik na 100 meter fietsen eigenlijk al niet meer verder kan. Maar dat hoeft niemand te weten. Ikzelf ook niet. Verstoppertje spelen op je 58ste blijft spannend.
Nadat ik enkele plaatjes geschoten heb, stop ik het Sony-toestel voorzichtig in de zak van mijn jas. Ik neem er alle tijd voor en roep tegen de bouwvakkers dat de nieuwe school prachtig wordt. Ze reageren niet. Ik stap weer op de fiets en vervolg mijn weg richting huis.
Even voorbij het pasgeverfde witte bruggetje over het Spoordok voel ik een knijpende zeurderige pijn op mijn borst. Ik heb de beklemming al een aantal dagen, niet constant, maar zo nu en dan. Vooral na het fietsen. Opnieuw stop ik het nare gevoel weg. Tevergeefs.
Ter hoogte van de oude Sik, een verstild NS-monument bij het hoofdstation van Sneek, wordt de pijn heftiger en heftiger. Er is geen ontkomen meer aan. Het is net alsof de Blauwe Engel, een trein uit mijn jongensjaren, over mijn borst heen dendert. Ik schat de afstand van het station naar het Witte Stúfmeelkerkje op drie keer trappen en daarna stil uit laten fietsen.
De afstand tussen de Christelijk Gereformeerde kerk en de voordeur van ons huis lijkt een eeuwigheid. Het is mis, geen twijfel meer mogelijk, het is voor goed mis...
[ eerste gedeelte van de roman Blauwe Engel over mijn borst ] |
|