| |
 |
24 april om 16:41 |
| |
Fries Skeepfaartmuseum
As Sneker bin ik bęst wel un bitsje groats op oans Skeepfaartmuseum. As jonkje ging ik al regelmatech met oans fader naar ut museum an ut Kleinsaan toe. Histoarys besef is mij eigenlek met de brijlepel ingeven. Op’e lagere skoal anders ok wel, met un meester Andela en un meester Th. De Vries. Later deden de lessen fan geskiedenisdosint Gerrit de Jong op de Ped. Akad. De Him de rest. Fandaach in de Sneker en in de LC alle andacht foar de útbreiding fan ut Skeepfaartmuseum. Direkteur Meindert Seffinga het de gang der mar goed in. Lees ut folgende útgebreide persbericht mar us :
Fries Scheepvaart Museum breidt verder uit
“ In de zomer van 2007 presenteerde het Fries Scheepvaart Museum zijn verbouwplannen. Een transparante lift en een luchtbrug aan de achterkant van de monumentale museumpanden aan het Kleinzand waren toen de meest in het oog springende onderdelen van dat plan.
Toen de plannen in 2007 werden voorgelegd aan de vriendenclub van het museum werd gesuggereerd om te onderzoeken of het mogelijk was het pand Kleizand 16 te kopen. Het museum is nu gevestigd in de panden 12 tot en met 24. In het tussenliggende pand was tot nu toe een uitzendbureau gevestigd. Dit kantoor werd ervaren als een soort Baarle-Nassau in het totaal van het museumcomplex. In december 2007 kon met de eigenaren van het kantoorpand overeenstemming worden bereikt. Vervolgens heeft architect Marten Atsma, die eerder al de rest van de omvangrijke verbouwingsplannen vorm gaf, zijn tekeningen grondig aangepast ( Marten Atsma, út Oentsjerk, het ut Prinsessehof ok deen, hvdv ).
De aankoop van Kleinzand 16 ( dęr't Dactylo nou in sit, hvdv ) geeft nieuwe mogelijkheden. De lift, die vanwege het monumentale karakter van de museumpanden de vorm had gekregen van een externe glazen lift, krijgt nu een plek in dit pand, dat niet een monumentenstatus heeft. Een luchtbrug is niet meer nodig, omdat de het tussenliggende pand de functie krijgt van verbindende schakel.
In meer dan één opzicht was het kantoorpand op nummer 16 een vreemde eend in de bijt van het Kleinzand, waar klassieke herenhuizen met hun deftige lijstgevels hoog oprijzen. Het gebouw op nummer 16 valt uit de toon omdat het veel lager is, maar ook omdat de bouwstijl ervan sterk afwijkt. Daarom is het plan opgevat om de bestaande gevel te vervangen door een hogere en moderne gevel. De gevelrij wordt dan veel meer één geheel. Door de moderne uitvoering wijkt de gevel nog steeds af. Van deze nood wordt een deugd gemaakt door de ingang van het museum te verhuizen naar deze opvallende plek. Nu is het voor bezoekers soms nog zoeken achter welke deur de ingang van het museum is.
De totale bouwkosten worden geschat op 2,4 miljoen euro. Daarvoor wordt niet alleen het pand nummer 16 verbouwd, maar ook de rest van het museum. Zo komt een nieuwe gehoorzaal, een nieuwe zaal voor tijdelijke exposities, een kindermuseum en een leeszaal.
De vriendenclub van het museum heeft in de algemene ledenvergadering van 23 april 2008 besloten om een derde deel van de bouwkosten voor zijn rekening te nemen. Een forse eigen bijdrage.
De beide vaste subsidiënten van het museum – de gemeente Sneek en de provincie Fryslân – zijn benaderd om ook een dergelijk bedrag bij te dragen. Ieder een derde deel. De verwachtingen rondom de bijdragen van beide overheden zijn voorzichtig positief. ”
Su komt de gevel der út te sien at Seffinga cs hun sin krije. Ut sú moai weze! |
| |
