|
|
5 november om 16:18 |
|
Fandaach pure fňlkspoëzy út 1945. Prachtech en héél herkenber foar ouwere Snekers. Un fraai tiidsdokument. Bedankt Pôlemeiskes!!
FEESTLIED gezongen door A.H.EPPINGA (zonder orkest) op 4 September 1945
Het was nacht, En iedereen sliep zacht, Toen schudde ik al heel gauw, De volgende regels uit mijn Poétische mouw Vorige week hadden wij feest, halé, halo ‘t Succes was heusch bij ons het meest halé, halo- De Gedempte Pol kwam op de lappen En dat is niet in waarde te schatten. Refrein: halé, halo, bij ons getal is alles zoo.(Bis).
Schoenmaker Jansen, een fijne vent, Op ’t feest was hij natuurlijk present In‘t kuipje steken had hij de hand En riep: Menschen, ga toch aan de kant.
Hamersma was ook heel trouw Dat kwam, vanwege zijn flinke vrouw Ondanks het protest van haar gemaal Kwam zij helemaal nat onder de kuip vandaan. Bakker is een flinke groenteman Hij deed ook van alles wat hij kan Op ‘t feest was hij honderd procent In d’uniform van de nieuwe hulpagent. Klaas Volbeda onze bakkersmaat Zijn gezicht stond wel eens wat kwaad Hij pufte en zweette voor de Pol En hielp mee aan de oliebollenlol.
En Abelskamp een net gezin Die hadden de lol er ook wel in Als Janke maar wat de straat op kan Dan maakt die er ook wel weer wat van.
Nu ben Ik zelf aan de beurt Ik zwijg en hoop, dat gij niet treurt Het oordeel laat ik dus aan U. En vervolg mijn Gedempte Pol-revu
De Jood een Jood, de Griek een Griek Een deel der welvaartspolitiek En doch bekende hij goed kleur Die “Buta-Aroma”constructeur.
Slagvaardig, wel ter taal en glad Ving hij ieder op het “Buta-Aroma”pad Hij kwam, hij zag en overwon Omdat hij zoo goed praten kon.
De merkwaardigheid der Friesche steden Is nu gewijzigd bij ’t verleden In’t onderwijs program vervat Heel Sneek als ‘Buta-Aroma”stad
De Westersingel begint der Glorie Op de Gedempte Pol kraait hij Victorie. Onze straat kwam in de fleur Door de “Buta-Aroma”constructeur. En als Hij hem wat wil verkwikke En de buren goeien avond knikke Staat wel gedaan in eigen deur De “Buta- Aroma”constructeur
Een versje wil ik nog naar jim mikke De Koppen koel en niet verblikke Och menschen ik doe toch niet dol, Berhard Poeiez, aristocraat van onze Pol.
Daarnaast onze schoorsteenveger Die is ook niet zoo verlegen De één betaald wat meer als een ander Maar Bertus denkt: Ik krijg ze wel bijelkander
Nu is de beurt aan de Drukkerij Die staat ook naast ons, zij aan zij Raambiljetten en zoo voort In een oogwenk klaar, zoo als het behoort
Wat dacht u, heeft de Vries veel te zeggen Ach, dat behoef ik niet uit te leggen Er is niet één, die dat meer gelooft De vrouw is de nek en hij het hoofd Als zijn vrouw wat wil. Je zúden zegge, Kan hij et bielsje wel dčl legge Hij vraagt heel bescheiden nou; Om orders: Allerliefste vrouw”
En Winselaar een beste man De kaatstribune bezweek er van Gelukkig knapt hij nu weer op Hierom zijn we allemaal in de nop.
Baanstra, dat is me ook een bak Die heeft een bommenwerper op zijn dak Maar hij was hiermee toch niet mis Want hij was van stroom en licht gewis
Van Foeken was ook op het bal Met ’t kuipjesteken een kleine val. Dit viel gelukkig ook wat mee En ging dus weer verder met ons in zee. Hoekstra is onze timmerman Die maakt er ook van, wat hij kan Jammer, hij is wat klein van stuk Met de stoof op de fiets, voor een ongeluk. Zuidam mag graag telephoneeren Al moet hij het nog een beetje leeren Toch houdt hij ook wel van de lol De opperhoutvester van de Gedempte Pol Eerst melksalon nu slager Steenbeek Op’t feest een man die heel wat deed Zijn vrouw was ’s avonds op het bal En stak daar met Jansen van de Wal
Henk Postma lid der feestcommissie De prijzen gingen niet in het kissie Zijn vrouw is hem een heel bezit Maar haar benen zijn zoo vreeslijk dik. Henk spreekt dan: allerliefste vrouw Wat hou ik doch een soat van jou Och Henk, mien jonge ik bin su blij En der begon de tuterij.
Bij Tromp vindt men een net gezin Die houden de moed er ook wel in Jammer, allemaal ongetrouwd En toch zijn ze niet op zand gebouwd.
Twijnstra, een geweldig man Weet U wel, wat die wel kan Fietsen kan hij, als de beste De elfstedentocht deed hij ten leste. En nu houd ik op met dit lied Ik hoop, dat het U beviel Lang leve de Gedempte pol Want daar is men verzekerd van de lol
De Pôle út lang ferflogen tiden ( foto út de kolleksy fan Harm Rozenberg ) |
|