|
|
5 mei om 12:14 |
|
Lankies in’e doinen
Un paar dagen in Egmond aan Zee weest. Un prachtomgeving, met moai nuchter fňlk dat der woant. Ok un hearleke sangerege taal om naar te lústeren. Ik kan noait ergens ' sumar ' ferbliëve, soek altyd kontakt met de lokalen. Hew op anraden fan dyselde locals de dúnen in weest en dęr sien wat LANKIES binne. Hier lees mar even met wat ik der an tekst over fonnen hew:
Het kustdorp Egmond aan Zee is, net als de andere oude kustdorpen, aan alle kanten ingesloten: aan de westkant door de Noordzee en aan de andere kanten door duinen. Aan het landschap is nog steeds te zien hoe de 'derpers' (dorpers) eeuwenlang het duingebied hebben gebruikt om te kunnen (over-)leven. De hoge duinen rondom het dorp ontstonden doordat de derpers zich moesten beschermen tegen het stuivende zand: ze legden de zeereep vast en daardoor groeide het zand in de hoogte steeds verder aan. Op beschutte plaatsen in het zand groeven ze akkertjes uit om een vlak landje ('lankie') te krijgen en dichter bij het grondwater te komen. Als mest gebruikten ze vaak afval van de zee: wier en zeesterren. Op veel van deze kleine akkertjes wordt nog steeds ‘getuind’, al is dat tegenwoordig meer uit hobbyisme dan om te kunnen overleven. In vroeger dagen lieten de mensen in de omgeving van het dorp ook geiten grazen. Die stonden aan een ‘kuur’ (touw) en werden elke dag verplaatst naar een andere grazige plek. De struiken in het duin werden gekapt en als brandhout verkocht aan de bakkers. Zo ontstond een landschap van open duinen met diep verscholen akkertjes, veel looppaadjes, kleine zandverstuivingen en een zeer bloemrijke vegetatie. Dit landschap is typerend voor een zeedorp als Egmond aan Zee en toont de kenmerkende invloed van de dorpsbewoners op het omringende duingebied. Vooral aan de noordkant van het dorp leeft deze historie nog volop en zijn de derpers nog steeds actief in het ‘doin’ (duin).
|
|