dagboek > overzicht
Dagboek september 2012Bekiek hele maand 
 
25 september om 17:05
 
Wio Joustra over de beskeidenheid fan’e Snekers en dy lekskoaiers út Liwwarden





Oulopen sundachmiddach tidens ut Gesprek fan Sneek mocht impňrt Liwwarder Wio Joustra ok un woardsje doën. De plakferfangende hoofdsjoernalist fan de LC won der gyn doekjes om: Liwwarders binne lekskoaiers dy’t ut nyt weard binne om de Kulturele Hoofdstad fan Europa te wurden.

Ferfňlgens wakkerde de geboaren Franeker de animositeit tussen Liwwarden en Sneek us even goëd an. Logys dat al dy Snekers der is lekker foar sitten gingen, ok bij Sneker PvDA’ers gaat su’n preek der in as un preek in un ouderling. Lokaal patriotisme is ok de Roaie Rakkers nyt freemd!

Na syn entűsiaste kollum over Sneek deed ik Joustra ut foarstel om met Andries Ekhart te praten: Roaie Andries in ut hús fan Joustra en de Liwwarder wethouwer in ut stulpke fan de LC redakteur. De woaningruil fan ut jaar. De onderhandelingen binne gaande hew ik út (on-) betroubere brňn. Joustra was su in de roes fan ut Sneker applaus op syn anty-Liwwarden toespraak dat hij mij futdaleks toesei om de hele lňfrede op Sneek te mailen. Uteraard onthou ik de Snekers ut proaza fan Joustra nyt en públisear ut stuk hieronder. Bin benieuwd hoe’t Joustra over de Snekers prate sal as hij un útnoadiging krijt om in ut Klompehňk foar de hel over Sneek te prate...






Hieronder de toespraak fan Wio Joustra:


Beste Snekers, Snitsers, Sudwesthoekers, of hoe jim jim self oek maar noeme in de hoofdplaats van de nieuwe gemeente,

Ik wil beginnen met een raadsel op te lossen, eigenlijk jullie hier in Sneek uit een lijden te verlossen dat nu al bijna een halve eeuw duurt. Want wie d’r bij was weet het nog wel. Hier in Sneek, in het stadionnetje met die mooie tribune, op het veld waar in de oorlog Abe nog speelde, is geschiedenis geschreven.
Op de velden van LSC 1890 is het snelste doelpunt gescoord dat ooit in Nederland is gemaakt. Misschien wel in Europa, misschien wel in de wereld.

Het was een jeugdtoernooi en ik meende dat wij, van Freno in Franeker, moesten spelen tegen onze leeftijdgenootjes van Black Boys. Het was 1963 of 1964, daar wil af zijn, ik was een jaar of veertien. Onze coach stuurde ons toen al het gras op met een ruit op het middenveld, dus waar ze tegenwoordig zo’n drukte over make in de voetballerij, weet ik niet. Ik was de meest vooruitgeschoven man. Aftrap, tikkie opzij, tikkie terug, op de slof en hij stuitert zo over de keeper heen, die volgens mij nog niet eens door had dat de wedstrijd begonnen was. Het duurde al met al niet meer dan twee of drie seconden, mijn finest hour, maar toch. Ergens moet de victorie beginnen, dan maar in Sneek.

En nu vraagt u zich af waarom heeft die jongen dat niet eerder opgebiecht, waarom heeft ie ons zo lang in het ongewisse gelaten en waarom heeft ie zich niet op de Sneker Pan door de stad laten varen? Ik kan me dat goed voorstellen, maar dat heeft alles met mijn afkomst te maken.

Als je Franeker was, dan paste je slechts bescheidenheid. Want overal waar je kwam, als het nu was om te kaatsen of te voetballen, zeiden ze: Nou, daar hest hun oek, kast wel sien dat ze uut Franeker komme. Vooral die Harlingers hadden daar een handsie van.

En dan hadden wij wel het verweer dat ze bij ons vast zaten en dat je wel sien konden dat ze hier nog vrij rond liepen, maar dat haalde al niet veel meer uut. De eerst klap is immers altied een daalder waard.
Maar goed, die valse bescheidenheid, daar gaat het mij om.

Want ik zocht even naar een bruggetje naar jullie, naar Sneek en de Snekers. Jullie zijn te bescheiden en ik zou het fijn vinden als jullie daar op deze zondagmiddag in dit dierbaar cafeetje in Sneek eens goed over nadenken. Ik zal uitleggen waarom ik dat vind.
Leeuwarden, ik woon daar inmiddels een jaar of twaalf, daarvan kan ik alleen maar bevestigen: het was niks, het is niks en het wurdt nooit wat.

Ik heb wat rondgezworven in de wereld, maar ik heb nog nooit ergens gewoond waar het cynisme, het pessismisme en het defaitisme zo van de plaatselijke bevolking afdruipt. Tsjonge jonge, wat een stelletje lekschooiers zijn dat zeg, die Leeuwarders.

Een voorbeeld: het Zaailand was het meest vreselijke en winderige plein van Europa, misschien wel van de wereld. Ogen dicht en zo snel mogelijk de Doelesteeg in. Nu is er een woon- en winkelslurf gemaakt en staat het nieuwe Fries Museum op de plek waar eerst het pleinafsluitend gebouw stond. Hoe bedenk je het, pleinafsluitend gebouw?

Maar wat je ook van architectuur vindt van die slurf en dat museum, het plein is opgeknapt en een stuk intiemer geworden. Nou, dat moet je eens bespreken met die lui die dagelijks naar de werkzaamheden staan te kijken. De kritiek is niet van de lucht. Het liefst hadden ze die olifantenruggen terug die er tot voor kort nog stonden als symbolen van, ja van wat eigenlijk, van teloor gegane grandeur misschien.

Mooi niet, zei ik vorige week nog tegen zo’n ouwe Leeuwarder. Hij ziet mie an, schudt sien hoofd en seit: weest dou wel snotneus, dat we hier de bevrijding viert hewwe, dat we hier danst hewwe op ut graf fan de Duutsers. Ze hadden d’r met hun poten van afblieve mutten.

Tsja, een heel plein laten zoals een leven lang geleden was? Nog een voorbeeld en dan hou ik er over op, want ik vertel jullie niets nieuws over de Leeuwarders. Maar afijn, het Mercuriusfontein moest weer opgebouwd worden, voor het Beursgebouw, zo’n beetje bij de ingang van de Wirdumerdijk. Daar bij de McDonals, en de Weaze en zo.
Nou, wie het in sien botte hoofd kregen had om die Mercurius met sien kont naar de stad toe te setten? Dat werd een hevige discussie. Het kan alleen in Leeuwarden.

Moet je nagaan, dan heb je het dus over Mercurius, de God van de Handel. Wat je daar ook mee doet, als je die bloot wilt laten staan, dan zet je hem in ieder geval niet met zijn kont naar de mensen toe die de stad komen bezoeken. Dan moet zo’n beeld toch een beetje een wenkend perspectief symboliseren. Maar nee hoor, de introverte Leeuwarders hebben daar geen boodschap aan.

Daarom Snekers, roer jim, slaan op de trom van deze prachtige stad, ga de concurrentie aan met de zogenoemde hoofdstad van deze provincie. Over die dorpen Drachten en Heerenveen wil ik het niet eens hebben. Sneek, kandidaat Culturele Hoofdstad 2018. Met die lekschooiers van 058 wurdt ut toch niks.

Jannewietske schoof heel Friesland naar voren, die had wel door dat het met Leeuwarden alleen niet zou lukken. Maar het moest één stad worden. Waarom dan niet Sneek?
Snekers, het is nog niet te laat. Eis een rol op, eis een hoofdrol op, anders wordt het Utrecht, Eindhoven, Maastricht of Den Haag. Oh, oh, oh Sneek! Sneek heeft het. Zijn jullie vergeten dat C&A hier zijn commerciële zegetocht door Europa begonnen is? Dat hier die fraaie Waterpoort staat als een van de vele monumenten en dat hier die fijne Beerenburg wordt gemaakt.

Nee, ik stam niet af van de weduwe en nee, ik ben geen broer van Tjibbe, u weet wel, die van die mooie badkamers.
Weten jullie dan niet meer dat Sneek als een van de beste binnensteden van Nederland te boek staat en dat de BBC jullie heeft geplaatst in de toptien van waterbestemmingen ter wereld? Charmante stad met veel kroegjes en restaurants. Ter wereld… Dan heb ik het over de BBC hoor! Niet over de Omrop of Waterstad FM.

En de Lonely Planet Gids dan. Opnieuw, charmant stadje, uitstekende restaurants. Alle Friezen kunnen zeilen en vissen ,,and that is particularly evident in Sneek”. Horen jim ut oek ’s fan un ander!

Sneek rocks! Sneek is vet cool. Maar waarom horen we dan niets van jullie? Ut wurdt nou wel tied, ut is vijf voor seuvenen. Maar het lijkt wel alsof jullie lijden aan wat ik maar even het euvel van de Franekers noem: te bescheiden. Een gloedniew theater opent binnenkort de deuren, compleet met een kamertje voor mensen die onwel zijn geworden, willen kolven of willen bidden. Kom daar maar eens om, in de Harmonie in Leeuwarden, de Lawei in Drachten of het Posthuis in Heerenveen.

Beste mensen, ik heb gemeend jullie een spiegel te moeten voorhouden. Met de beste bedoelingen. Werp die schroom van je af, streef Leeuwarden voorbij, dat is een makkie. Jullie hebben een ambitieuze burgemeester, wat zeg ik een ambitieus college en die veertien miljoen, ach, daar kom je ook wel weer overheen.

Een ding is in deze globaliserende wereld natuurlijk wel een probleem: the name. Sneek kan natuurlijk niet. Dat is de slang die Eva in het aardse paradijs tot het eten van een verboden vrucht verleidde en indirect verantwoordelijk was voor de zondeval. Slang of valsaard, het levert geen echte positieve of uitnodigende klank op in het buitenland.

Maar dat probleem is al lang geleden opgelost. Door de voormalige dichter des vaderslands, Driek van Wissen uit Groningen. Driek is in mei 2010 overleden. Een paar dagen daarvoor was hij nog op mijn verjaardagsfeestje geweest. Als eerbetoon aan hem en aan jullie Snekers wil ik graag afsluiten met het gedicht ‘Fries’:

Ik zou onlangs in Friesland naar oom Frits
Om samen te gaan zeilen voor een week:
Dus vroeg ik her en der de weg naar Sneek,
Maar niemand die fungeren wou als gids.

Integendeel, men reageerde bits
Terwijl men zeer afkeurend naar mij keek,
Tot iemand toch wat meer behulpzaam bleek
En zei: ‘Ik wil best de weg wijzen, mits…’

En daarna kwam een niet te volgen preek,
Want ik versta de taal niet van die streek
Hoezeer ik daartoe ook mijn oren spits,
Laat staan dat ik een aardig woordje spreek.

Maar plotseling begreep ik in een flits:
Ze hebben Sneek hier omgedoopt in Snits.