dagboek > overzicht
Dagboek mei 2015Bekiek hele maand 
 
3 mei om 17:57
 
Open Joodse Huizen in Sneek





Ilan Boot

Fandaach aktyf met deen an de Open Joodse Huizen. Fanmňrren was bij Café Vellinga de start fan dizze bysondere dach. Wethouwer Sjoerd Tolsma opende met un toespraak węrbij’t hij o.a. referearde an ut landelek tema : ‘ Wie de ogen sluit voor het verleden ’, is blind voor de toekomst ’.





Wethouwer Sjoerd Tolsma, in het midden.

Ilan Boot, soan fan de bekende Sneker Ids Boot ( 11 jaar leden overleden ) fertelde ferfňlgens ut ferhaal over de Pino’s dy’t ut feemerkkafee in Sneek runden. Na anleiding fan Ilan syn ferhaal kwamen der futdaleks nieuwe ferhalen. Su was dęr Arvid de Jong dy’t fertelde dat syn oma oait bij de Pino’s werkt had. En dat de Pino’s un moai gebakservys an de family De Jong skonken had. Dat servys is nňch altyd in besit fan de family De Jong.





Nico Vellinga, rechts an ut woard.

Nico Vellinga, teugenwoardech útbater fan ut Café Vellinga, fertelde ferfňlgens dat bij ut anlęgen fan de CV buizen in ut pand, un onderdúkersskúlplak ontdekt was, un kamerke dęr’t 4 stoelen in stonden.

Over de Joadse Sneker family Velleman kwam fanmňrren ok ut ferhaal dat één fan de Velleman’s un dachboek over hun onderdúkperioade bijhouden had. Krekt om dy ferhalen is ut de ňrganisasy dus te doën.





Joël Cahen in gesprek met William Vermaning ( rechts )

Fanút Amsterdam was de direkteur fan ut Joads Histoarys Museum, Joël Cahen naar Sneek kommen. Hij ferbaasde sich over de belangstelling dy’t dizze ‘ Sprekende Herinnering ’ trok. William Vermaning, hij was in Sneek de groate inspiratňr fan dizze dach, was blij ferrast dat der sufeul minsen op dizze gebeurtenis afkomen waren.

Op ferskillende plakken in de stad fertelden Snekers over de geskiedenis fan Joads Sneek tidens de Tweede Weareloarlňch. Ik mocht dat doën in ut Skeepfaartmuseum. Over Rozet IJzerman. Der was un enňrme belangstelling!

Nňch hieltyd kan ik ut ferhaal nyt sonder emoasy’s fertelle. En dat het niks met myn omleidings operasy te maken! Ik hew,foar sufer moogelek fanmiddach ok probeard de basisskoal jeugd te betrekken in myn ferhaal. Fijn dat der kyndes waren dy't tekst op de gedenkplaat in ut museum wilden foarleze.





Hieronder myn lezing:


Geachte dames en heren,


Uit naam van de organisatie Open Joodse Huizen mag ik U hier welkom heten op deze bijzondere plek. Mijn naam is Henk van der Veer, een na- oorlogs- kind uit de Noorderhoek. ‘ Sprekende Herdenkingen ’, is de ondertitel van de brochure die vandaag overal te verkrijgen is. Op deze dag herdenken wij dus de Joodse Snekers voor wie de bevrijding 70 jaar geleden te laat kwam: Vergeet hen niet!

Tijdens Open Joodse Huizen vertellen getuigen, nazaten, voormalige en huidige buurtbewoners persoonlijke verhalen over vervolging, verzet en bevrijding. Mijn persoonlijke verhaal over Rozet IJzerman is een vers dat ik over haar geschreven heb. Dat gedicht is opgenomen in de bundel ‘ De Dames Pino en andere fersen over Joadse Snekers ’ dat ik samen met de fotograaf Paul van Goor gemaakt heb.

Aan het eind van mijn verhaal over Rozet wil ik U dat voorlezen met nog een aantal geschreven monumentjes over Joodse stadgenoten.

Hier op het Kleinzand nummer 18 aan een oude Sneker stadsgracht voltrok zich in de nacht van 16 op 17 november 1943 een drama.

Rozet IJzerman was op 29 juni 1926 in Amsterdam geboren. Aanvankelijk was zij ondergedoken bij de familie Leeman aan de Suupmarkt 15 in Sneek. Daar voor dat huis bevindt zich ook een struikelsteentje ter nagedachtenis voor Rozet. Op 16 november 1943 wordt Rozet wegens gevaar over gebracht naar de familie Lever hier aan het Kleinzand. Het oude patriciërspand Kleinzand 18 was beneden ingericht voor een tandartsenpraktijk; daarachter woonde het gezin Miedema met twee kinderen. Aan de voorkant woonde de familie Lever, daarachter timmerman Wim Stegenga met vrouw en twee kinderen, van drie en één jaar, plus doorgaans een aantal onderduikers.

In de nacht van 16 op 17 november 1943 slaat het noodlot dus toe. Die nacht doet de SD namelijk een inval in het hoofdkwartier van de ondergrondse, want zo kon het huis van de familie Lever wel genoemd worden. De SD krijgt assistentie van de commandant van de staatspolitie Stoel en de Sneker politiechef Overzet. Hoe de nazi’s het spoor naar Kleinzand 18 vonden, is nooit opgehelderd, maar voor hun derde inval in het pand moeten ze overtuigende argumenten hebben gehad, want ze kwamen in grote getale opzetten.

Op het moment dat de SD de inval doet zijn moeder Lever en haar jongste zoon Hendrik niet thuis. Hendrik Lever sr. zijn zoon Jan Lever en zijn dochter Meta hebben die nacht drie gasten: ene Piet Faber, die zijn verloofde Joukje Elgersma en Annie. Het meisje heet in werkelijkheid Rosa oftewel Rozet IJzerman. Zij is die avond net verhuisd uit het gedeelte van het huis dat bewoond wordt door Wim Stegenga. Bij Wim logeert dan nog alleen het 26 jarige Joodse meisje Nellie, de schuilnaam voor Lilian Bromet uit Amsterdam.

Het was ruim een uur na middernacht toen aan de voordeur gebeld werd voor de Levers. Omdat er niet onmiddellijk opengedaan werd, drukten de SD’ers ook op de bellen van Miedema en Wim Stegenga, die dezelfde gang gebruikten. Miedema was de man die de deur open deed

Als de Duitsers de trappen op komen draven zien Jan Lever en Piet Faber nog kans om via de daken het Kleinzand te verlaten. Jan wilde eerst nog zijn pistool trekken, maar Piet riep hem toe: ‘Dat wordt een bloedbad, denk om de vrouwen.’ Ze kwamen achteraf gelukkig aan de zijkant naar buiten, klommen over daken en lieten zich zakken in een tuin, waarbij Jan met een wrakke goot naar beneden viel. Ze klauteren over schuttings, hegjes, tuinafrasteringen en tuinhekjes en bereiken zo de Botniakade. Na een bange tocht door donker Sneek bereiken beide mannen het huis van Wim Stengenga zijn vader in de Willem Lodewijkstraat.

In het huis van Lever worden ondertussen de kamers doorzocht. De SD’er Gründman was de eerste die de kamer van de drie vrouwen binnenstapte. Ze zijn uiteraard helemaal overstuur door het heidens kabaal en moeten hun persoonsbewijzen tonen. Dat van Rozet trekt onmiddellijk de aandacht, waarschijnlijk was de vervalsing niet 100%. Er werd hard gebruld en om inlichtingen gevraagd, maar nog niet geslagen. De vrouwen krijgen gelegenheid zich aan te kleden. Terwijl een Duitser voor de gesloten deur heen en weer liep. Joukje Elgersma gaat nog voor in kort gebed! Ze werden daarbij niet gestoord, maar toen Joukje bezwarende papieren verbrandde wel. De brandlucht werd echter verklaard uit overgekookte melk. Rozet, die eerst uit het raam had willen springen, werd door de korte pauze iets rustiger.

Ondertussen is Wim Stegenga ook wakker geworden van het lawaai en ziet kans te ontkomen. Hij heeft dan het Joodse meisje Nellie, Lilian Bromet, op een geheime schuilplaats ondergebracht.

De vier arrestanten, vader Henrik Lever ( op 8 maart 1945 in Dachau overleden ) en dochter Lever, Joukje en Rozet worden eerst ondergebracht naar het Sneker politiebureau en vervolgens naar het Huis van Bewaring in Leeuwarden. Na zes dagen worden Meta en Joukje vrijgelaten. Rozet wordt vreeslijk mishandeld door met name de sadist Gründman F.(ritz). Rozet kan na deze mishandelingen niet meer zitten of liggen. Te gruwelijk voor woorden. Goede bewaarsters brachten Rozet soms naar Joukje en ook Meta sprak haar enkele keren en gezamenlijk smeerden ze dan de pijnlijke plaatsen in met boter.

Na tien dagen in het SD-bolwerk van Leeuwarden door gebracht te hebben wordt Rozet naar Westerbork afgevoerd. Daar wordt zijn op 8 februari 1944 op transport gesteld in een van de veewagons richting het oosten om op 30 juni 1944 vermoord te worden. Hoogstwaarschijnlijk in Auschwitz.

Een tragisch verhaal. Rozet is de enige Joodse onderduikster die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Sneek door de Duitsers is opgepakt.

Tragisch omdat ik U nu hier vanmiddag alleen maar het verhaal vertel over de laatste dagen van een 16 jarig meisje uit Amsterdam. Een puber, in de bloei van haar leven. Haar naam spreekt tot de verbeelding, Rozet, Roosje of op zijn Snekers Roaske IJzerman.

Een getal van 6 miljoen Joodse mensen die vermoord zijn blijft een getal. Net zo als 600 bootvluchtelingen die verdrinken om vervolgens door lieden op social media betiteld te worden als dobbernegers. Te erg voor woorden.

Ik zou Rozet zo graag een gezicht willen geven, een heerlijk brutaal Amsterdams pubermeisje, die ongetwijfeld niet zal hebben begrepen waarom zij haar ouders hals over kop moest verlaten. Haar ouders die in Amsterdam gebleven waren overleven de oorlog. Haar vader was Abraham IJzerman en haar moeder heette Esther Blits. Ze hadden 4 kinderen, drie dochters en een zoon. De broer van Rozet was Bram IJzerman, hij zat ook in Friesland ondergedoken en overleefde de oorlog. Hij overleed in 1990 in Amsterdam. De twee zussen van Roza zijn ook omgekomen.

Drie jaar geleden schreef ik als eerbetoon voor Rozet een vers over haar. Noem het een sober monument. In januari van dit jaar krijg ik een brief van Wybo de Bruijne uit Aalten. Zijn moeder Janny Leeman, inderdaad zij gaf in eerste instantie onderdak aan Rozet op de Suupmerk, komen na aanleiding van een rouwadvertentie achter sumiere informatie over Rozet.

De familie IJzerman woonde in Amsterdam Zuid-Oost, in de Ploegstraat nummer 103. Dat is wat ik nu weet over Rozet.

Graag zou ik het verhaal over Rozet verder willen vertellen. Wat was zij voor een meisje? Uit welk gezin kwam zij? Had ze veel vriendinnen. Deed zij aan sport. Hoe was zij op school? Welke school nu precies. Jopie Yntema uit Heerenveen is al naar Amsterdam geweest om het spoor van Rozet te volgen.

Het blijft allemaal heel vaag, een echt levensverhaal is nog niet te geven. Daarover voel ik mij vandaag bedroefd, moet ik het laten bij de vraag Wie was Rozet IJzerman. Het gaat mij niet om koude datums en jaartalen het gaat mij om de mens, om de kinderen die zij waren, opdat wij hen niet vergeten.

Vandaag begint ons zoektocht naar Rozet IJzerman. Kom met verhalen! Ik nodig U nu uit om naar een gedenksteen te gaan waarop de naam van haar staat. We nemen hier een minuut stilte in acht om Rozet te gedenken.

Vervolgens komen wij hier terug en lees ik een aantal verzen voor uit de bundel ' De Dames Pino en andere fersen over Joadse Snekers '. De bundel is te koop bij de Sneker boekhandels, Katrein Kunst, Sterk & sVeer en bij mij persoonlijk.